donderdag, juni 10, 2010

Weten wat, waarom en hoe

Op de NRC Handelsblad Onderwijsblog lees ik een redactionele bijdrage over een onderzoek van Saxion-docent Ivo Peeters naar de parate kennis van studenten. Daar is het volgens Peeters maar droevig mee gesteld: gevraagd naar de omtrek van de aarde, de grootste nog levende Nederlandse schrijver en het aantal eeuwen tussen Karel de Grote en Napoleon, kreeg hij de meest vreemde antwoorden. Nu is de klacht over de achteruitgang van parate kennis bij jongeren niet van vandaag of gisteren. Maar bij dit onderzoek van docent Ivo Peeters en de conclusies die er in de NRC-blog uit worden getrokken, kunnen toch ook wel een paar vraagtekens geplaatst worden. Zo is het bijvoorbeeld nog maar de vraag of de prestaties van 30- of 50-plussers op de gestelde vragen wel zoveel beter zouden zijn dan die van Peeters zijn studenten. Het meest heb ik mij echter verbaasd over de motivatie die Peeters aanvoert ter legitimatie van zijn onderzoek. In de NRC-blog wordt hij als volgt geciteerd: “In de aanloop naar de verkiezingen praat iedereen over het belang van de kenniseconomie. Ik wilde weleens weten hoe het met die kennis stond".

Peeters gaat in zijn onderzoek blijkbaar uit van een beperkte opvatting van kennis, die ook wel wordt aangeduid als ‘know what’ of feitenkennis. Zonder te beweren dat die niet meer ter zake doet is het in ieder geval duidelijk dat pure feitenkennis niet langer voldoende is om in de huidige kennissamenleving goed te functioneren. Daarvoor is naast weten wat ook weten waarom en weten hoe van belang. Het is niet voor niets dat de uitdrukking ‘know how’ in de loop der jaren min of meer synoniem is geworden voor de deskundigheid van iemand. De ideeën rond competentiegericht onderwijs die door vrijwel alle hogescholen worden gehanteerd, leunen sterk op deze procedurele kennis.


De uitdaging voor het hoger onderwijs ligt juist in het stimuleren van de verwerving van al deze verschillende soorten kennis bij de studenten. Behalve weten wat, waarom en hoe lijkt daarbij overigens ook ‘weten wanneer’ nog een belangrijke rol te spelen. Procedurele know how is nog steeds niet voldoende als een student met verschillende, op elkaar gelijkende problemen of vraagstellingen wordt geconfronteerd. Daarvoor zal deze dan ook nog dienen te beschikken over de conditionele kennis die aangeeft welke aanpak in welke situatie het meest geschikt lijkt (‘know when’). En elke professional zal bovendien beamen dat ook relationele kennis (‘know who’, het sociale netwerk) iemand goed op weg kan helpen als hij/zij even door de bomen het bos niet meer ziet.

Zo gezien is de waarde van de uitkomsten van het onderzoek van Peeters op zijn minst discutabel. Een goed beeld daarvan is echter moeilijk te krijgen omdat het raden blijft naar de opzet van zijn onderzoek (gebruikte definities, methodes, inperkingen etcetera). Dat je ook die openbaar dient te maken als je ‘opvallende resultaten’ aan de pers presenteert, is op zichzelf ook al een kwestie van know how.

Technorati tag: